Summary
Dutch to English: more detail...
- personeel:
-
Wiktionary:
- personeel → personal
- personeel → human resources, personnel, staff
Dutch
Detailed Translations for personeel from Dutch to English
personeel:
-
het personeel (staf)
-
het personeel
-
het personeel
Translation Matrix for personeel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
crew | personeel; staf | bemanning; legers; manschappen; scheepsvolk; varend en vliegend personeel |
employees | personeel; staf | bediening; besturing; employees; werknemers |
personnel | personeel; staf | bediening; besturing; employees; werknemers |
staff | personeel | bediening; besturing; employees; kader; leidinggevend personeel; staf; werknemers |
work force | personeel; staf | arbeidskracht; arbeidsvermogen; werkkracht; werkvermogen; werkzaamheid |
workforce | personeel | arbeidspotentieel |
Verb | Related Translations | Other Translations |
crew | bemannen | |
staff | bemannen |
Related Definitions for "personeel":
External Machine Translations: