Adjective | Related Translations | Other Translations |
glorious
|
fier; flink; glorieus; groots; prat; trots
|
aanzienlijk; betoverend; briljant; eervol; fenomenaal; geniaal; glansrijk; glorierijk; heerlijk; heilig; hemels; luisterrijk; lumineus; lustrijk; magnifiek; mieters; prachtig; riant; roemrijk; roemrucht; roemvol; royaal; schitterend; tot de hemel behorend; verheerlijkt; verrukkelijk; vorstelijk; zalig
|
haughty
|
fier; flink; glorieus; groots; prat; trots
|
aanmatigend; arrogant; geringschattend; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; ijdel; ingebeeld; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; opschepperig; protsend; protserig; schreeuwerig; trots; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
lofty
|
fier; flink; glorieus; groots; prat; trots
|
aanzienlijk; deftig; edel; fier; hemelhoog; hoog geplaatst; hoogstaand; indrukwekkend; majestueus; mijlenhoog; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; statig; trots; verheven; vorstelijk
|
proud
|
fier; flink; glorieus; groots; prat; trots
|
arrogant; geringschattend; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; trots; uit de hoogte; verwaand
|
vigorous
|
fier; flink; glorieus; groots; prat; trots
|
doortastend; drastisch; energiek; ferm; flink; fysiek sterk; geanimeerd; krachtdadig; krachtig; levendig; levenskrachtig; sterk; stevig; vief; vitaal; vol fut
|