Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ruzie maken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ruzie maken from Dutch to English

ruzie maken:

ruzie maken verb (maak ruzie, maakt ruzie, maakte ruzie, maakten ruzie, ruzie gemaakt)

  1. ruzie maken (ruziën; twisten; krakelen; kiften; kijven)
    to quarrel; to make trouble; to wrangle; to bicker; to altercate
    • quarrel verb (quarrels, quarreled, quarreling)
    • make trouble verb (makes trouble, made trouble, making trouble)
    • wrangle verb (wrangles, wrangled, wrangling)
    • bicker verb (bickers, bickered, bickering)
    • altercate verb (altercates, altercated, altercating)

Conjugations for ruzie maken:

o.t.t.
  1. maak ruzie
  2. maakt ruzie
  3. maakt ruzie
  4. maken ruzie
  5. maken ruzie
  6. maken ruzie
o.v.t.
  1. maakte ruzie
  2. maakte ruzie
  3. maakte ruzie
  4. maakten ruzie
  5. maakten ruzie
  6. maakten ruzie
v.t.t.
  1. heb ruzie gemaakt
  2. hebt ruzie gemaakt
  3. heeft ruzie gemaakt
  4. hebben ruzie gemaakt
  5. hebben ruzie gemaakt
  6. hebben ruzie gemaakt
v.v.t.
  1. had ruzie gemaakt
  2. had ruzie gemaakt
  3. had ruzie gemaakt
  4. hadden ruzie gemaakt
  5. hadden ruzie gemaakt
  6. hadden ruzie gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal ruzie maken
  2. zult ruzie maken
  3. zal ruzie maken
  4. zullen ruzie maken
  5. zullen ruzie maken
  6. zullen ruzie maken
o.v.t.t.
  1. zou ruzie maken
  2. zou ruzie maken
  3. zou ruzie maken
  4. zouden ruzie maken
  5. zouden ruzie maken
  6. zouden ruzie maken
diversen
  1. maak ruzie!
  2. maakt ruzie!
  3. ruzie gemaakt
  4. ruzie makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

ruzie maken [znw.] noun

  1. ruzie maken
    the arguing

Translation Matrix for ruzie maken:

NounRelated TranslationsOther Translations
arguing ruzie maken geargumenteer; gebakkelei; gehakketak; gekif; gekrakeel; gemuggezift; geredeneer; geruzie; haarkloverij
quarrel botsing; conflict; debat; dispuut; geschil; kwestie; meningsverschil; onenigheid; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling
wrangle geschil; kwestie; ruzie; twist
VerbRelated TranslationsOther Translations
altercate kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten bakkeleien; bekvechten; hakketakken; ruzieën; twisten
bicker kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten kibbelen; kiften
make trouble kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten
quarrel kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten bakkeleien; bekampen; bekvechten; bestrijden; bevechten; hakketakken; in onmin geraken; knokken; matten; ruzieën; strijden; twisten; vechten
wrangle kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten bakkeleien; bekvechten; hakketakken; ruzieën; twisten

Wiktionary Translations for ruzie maken:

ruzie maken
verb
  1. to contend, argue strongly, squabble

External Machine Translations:

Related Translations for ruzie maken