Summary
Dutch to English: more detail...
- voorraad:
-
Wiktionary:
- voorraad → stock, supply, fare, stockpile, store
- voorraad → stock, catering, victuals, arrival, arrivals, supply, provision, provisioning, victualling, administration, reservation, reserve, reserves, resource, store, pantry, storehouse, storeroom, box-room, storage room, cache, without reserve
-
User Contributed Translations for voorraad:
- stash
Dutch
Detailed Translations for voorraad from Dutch to English
voorraad:
-
de voorraad (goederenvoorraad)
-
de voorraad
-
de voorraad
-
de voorraad
Translation Matrix for voorraad:
Noun | Related Translations | Other Translations |
goods in stock | goederenvoorraad; voorraad | |
inventory | voorraad | inventaris |
stock | goederenvoorraad; voorraad | groeifonds; laatje; landbouwhuisdier; voorraden |
stock in hand | goederenvoorraad; voorraad | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
stock | bewaren; boodschappen doen; deponeren; inkopen; inkopen doen; inslaan; opslaan; winkelen |
Related Words for "voorraad":
Wiktionary Translations for voorraad:
voorraad
voorraad
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voorraad | → stock | ↔ Bestand — Menge von vorhandenen Gegenständen |
• voorraad | → catering; victuals; arrival; arrivals; supply; provision; provisioning; victualling; administration | ↔ ravitaillement — logistique|fr action de ravitailler. |
• voorraad | → reservation; reserve; reserves; supply; resource; stock; store; administration; pantry; storehouse; storeroom; victuals; box-room; storage room; cache; without reserve | ↔ réserve — action de réserver. |
• voorraad | → stock | ↔ stock — logistique|fr quantité de marchandise qui se trouver en magasin, dans des entrepôts ou sur les marchés d’une place de commerce. |