Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. aan kracht inboeten:


Dutch

Detailed Translations for aan kracht inboeten from Dutch to Spanish

aan kracht inboeten:

aan kracht inboeten verb (boet aan kracht in, boette aan kracht in, boetten aan kracht in, aan kracht ingeboet)

  1. aan kracht inboeten (verzwakken; uitputten; verslappen; zwakker worden; zwak worden)

Conjugations for aan kracht inboeten:

o.t.t.
  1. boet aan kracht in
  2. boet aan kracht in
  3. boet aan kracht in
  4. boeten aan kracht in
  5. boeten aan kracht in
  6. boeten aan kracht in
o.v.t.
  1. boette aan kracht in
  2. boette aan kracht in
  3. boette aan kracht in
  4. boetten aan kracht in
  5. boetten aan kracht in
  6. boetten aan kracht in
v.t.t.
  1. heb aan kracht ingeboet
  2. hebt aan kracht ingeboet
  3. heeft aan kracht ingeboet
  4. hebben aan kracht ingeboet
  5. hebben aan kracht ingeboet
  6. hebben aan kracht ingeboet
v.v.t.
  1. had aan kracht ingeboet
  2. had aan kracht ingeboet
  3. had aan kracht ingeboet
  4. hadden aan kracht ingeboet
  5. hadden aan kracht ingeboet
  6. hadden aan kracht ingeboet
o.t.t.t.
  1. zal aan kracht inboeten
  2. zult aan kracht inboeten
  3. zal aan kracht inboeten
  4. zullen aan kracht inboeten
  5. zullen aan kracht inboeten
  6. zullen aan kracht inboeten
o.v.t.t.
  1. zou aan kracht inboeten
  2. zou aan kracht inboeten
  3. zou aan kracht inboeten
  4. zouden aan kracht inboeten
  5. zouden aan kracht inboeten
  6. zouden aan kracht inboeten
diversen
  1. boet aan kracht in!
  2. boet aan kracht in!
  3. aan kracht ingeboet
  4. aan kracht inboetende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aan kracht inboeten:

NounRelated TranslationsOther Translations
debilitarse achteruitgaan; afnemen; verminderen in kracht
VerbRelated TranslationsOther Translations
aflojarse aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden doorbuigen; doorzakken
debilitar aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden aanlengen; aantasten; aanvreten; aftakelen; bederven; beschadigen; deren; iem.'s positie ondermijnen; ondergraven; ondermijnen; verdunnen; versnijden; verwateren; verzwakken; wegglijden
debilitarse aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden aftakelen; bekoelen; verflauwen; verslappen; verzwakken; wegebben; wegglijden
perder fuerza aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden

External Machine Translations:

Related Translations for aan kracht inboeten