Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. emotie:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for emotie from Dutch to Spanish

emotie:

emotie [de ~ (v)] noun

  1. de emotie (ontroering; vertedering; gemoedsbeweging)
    la emoción; el enternecimiento; la conmoción

Translation Matrix for emotie:

NounRelated TranslationsOther Translations
conmoción emotie; gemoedsbeweging; ontroering; vertedering agitatie; beroering; bewogenheid; deining; ergernis; geharrewar; gemoedsaandoening; gewoel; golfslag; irritatie; omslaan van golven; ongedurigheid; onrust; ophef; oproer; opschudding; opstand; opstootje; rel; rep; stoornis; verstoring; volksoproer; vuistgevecht; wrevel
emoción emotie; gemoedsbeweging; ontroering; vertedering bewogenheid; gemoedsaandoening; gevoel; pathos; sentiment
enternecimiento emotie; gemoedsbeweging; ontroering; vertedering

Related Words for "emotie":


Synonyms for "emotie":


Related Definitions for "emotie":

  1. plotselinge woede, vreugde of verdriet1
    • de film maakte veel emoties los1

Wiktionary Translations for emotie:

emotie
noun
  1. een hevig gevoel

Cross Translation:
FromToVia
emotie emoción; afecto emotion — person's internal state of being
emotie emoción; sentimiento feeling — emotion
emotie emoción émotion — Réaction affectif subite, temporaire et involontaire, souvent accompagnée de manifestations physiques, provoquée par un sentiment intense de peur, de colère, de surprise, etc.