Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. gebronsd:
  2. bronzen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gebronsd from Dutch to Spanish

gebronsd:


bronzen:

bronzen verb (brons, bronst, bronsde, bronsden, gebronsd)

  1. bronzen (bruinen)

Conjugations for bronzen:

o.t.t.
  1. brons
  2. bronst
  3. bronst
  4. bronzen
  5. bronzen
  6. bronzen
o.v.t.
  1. bronsde
  2. bronsde
  3. bronsde
  4. bronsden
  5. bronsden
  6. bronsden
v.t.t.
  1. ben gebronsd
  2. bent gebronsd
  3. is gebronsd
  4. zijn gebronsd
  5. zijn gebronsd
  6. zijn gebronsd
v.v.t.
  1. was gebronsd
  2. was gebronsd
  3. was gebronsd
  4. waren gebronsd
  5. waren gebronsd
  6. waren gebronsd
o.t.t.t.
  1. zal bronzen
  2. zult bronzen
  3. zal bronzen
  4. zullen bronzen
  5. zullen bronzen
  6. zullen bronzen
o.v.t.t.
  1. zou bronzen
  2. zou bronzen
  3. zou bronzen
  4. zouden bronzen
  5. zouden bronzen
  6. zouden bronzen
diversen
  1. brons!
  2. bronst!
  3. gebronsd
  4. bronzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

bronzen adj

  1. bronzen

Translation Matrix for bronzen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
broncear bronzen; bruinen
dorar bronzen; bruinen braden; vergulden
poner moreno bronzen; bruinen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
de bronce bronzen

Related Words for "bronzen":


Wiktionary Translations for bronzen:

bronzen
adjective
  1. van brons gemaakt
verb
  1. aan iets een bronskleur geven met bronspoeder , vernis enz

External Machine Translations: