Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. inpompen:


Dutch

Detailed Translations for inpompen from Dutch to Spanish

inpompen:

inpompen verb (pomp in, pompt in, pompte in, pompten in, ingepompt)

  1. inpompen (binnenpompen)

Conjugations for inpompen:

o.t.t.
  1. pomp in
  2. pompt in
  3. pompt in
  4. pompen in
  5. pompen in
  6. pompen in
o.v.t.
  1. pompte in
  2. pompte in
  3. pompte in
  4. pompten in
  5. pompten in
  6. pompten in
v.t.t.
  1. heb ingepompt
  2. hebt ingepompt
  3. heeft ingepompt
  4. hebben ingepompt
  5. hebben ingepompt
  6. hebben ingepompt
v.v.t.
  1. had ingepompt
  2. had ingepompt
  3. had ingepompt
  4. hadden ingepompt
  5. hadden ingepompt
  6. hadden ingepompt
o.t.t.t.
  1. zal inpompen
  2. zult inpompen
  3. zal inpompen
  4. zullen inpompen
  5. zullen inpompen
  6. zullen inpompen
o.v.t.t.
  1. zou inpompen
  2. zou inpompen
  3. zou inpompen
  4. zouden inpompen
  5. zouden inpompen
  6. zouden inpompen
en verder
  1. is ingepompt
diversen
  1. pomp in!
  2. pompt in!
  3. ingepompt
  4. inpompend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inpompen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
bombear binnenpompen; inpompen leegpompen; pompen; uitpompen