Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. karpet:


Dutch

Detailed Translations for karpet from Dutch to Spanish

karpet:

karpet [het ~] noun

  1. het karpet (tapijt; vloerkleed)
    el tapiz; la alfombra; la moqueta; el alfombrado

Translation Matrix for karpet:

NounRelated TranslationsOther Translations
alfombra karpet; tapijt; vloerkleed tapijt; tapijtje; vloerbedekking
alfombrado karpet; tapijt; vloerkleed
moqueta karpet; tapijt; vloerkleed tapijt; tapijtje; vloerbedekking
tapiz karpet; tapijt; vloerkleed gobelin; tapijt; tapijtje; vloerbedekking; wandkleed; wandtapijt

Related Words for "karpet":

  • karpetten