Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. kluisters:
  2. kluister:


Dutch

Detailed Translations for kluisters from Dutch to Spanish

kluisters:

kluisters [de ~] noun, plural

  1. de kluisters (ketenen; knevels)
    la esposas

Translation Matrix for kluisters:

NounRelated TranslationsOther Translations
esposas ketenen; kluisters; knevels aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; aaneenschakeling; boei; boeien; halssieraad; handboeien; handijzers; keten; ketting; kluister; snoer

Related Words for "kluisters":


kluister: