Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. obstructie plegen:


Dutch

Detailed Translations for obstructie plegen from Dutch to Spanish

obstructie plegen:

obstructie plegen verb (pleeg obstructie, pleegt obstructie, pleegde obstructie, pleegden obstructie, obstructie gepleegd)

  1. obstructie plegen

Conjugations for obstructie plegen:

o.t.t.
  1. pleeg obstructie
  2. pleegt obstructie
  3. pleegt obstructie
  4. plegen obstructie
  5. plegen obstructie
  6. plegen obstructie
o.v.t.
  1. pleegde obstructie
  2. pleegde obstructie
  3. pleegde obstructie
  4. pleegden obstructie
  5. pleegden obstructie
  6. pleegden obstructie
v.t.t.
  1. heb obstructie gepleegd
  2. hebt obstructie gepleegd
  3. heeft obstructie gepleegd
  4. hebben obstructie gepleegd
  5. hebben obstructie gepleegd
  6. hebben obstructie gepleegd
v.v.t.
  1. had obstructie gepleegd
  2. had obstructie gepleegd
  3. had obstructie gepleegd
  4. hadden obstructie gepleegd
  5. hadden obstructie gepleegd
  6. hadden obstructie gepleegd
o.t.t.t.
  1. zal obstructie plegen
  2. zult obstructie plegen
  3. zal obstructie plegen
  4. zullen obstructie plegen
  5. zullen obstructie plegen
  6. zullen obstructie plegen
o.v.t.t.
  1. zou obstructie plegen
  2. zou obstructie plegen
  3. zou obstructie plegen
  4. zouden obstructie plegen
  5. zouden obstructie plegen
  6. zouden obstructie plegen
diversen
  1. pleeg obstructie!
  2. pleegt obstructie!
  3. obstructie gepleegd
  4. obstructie plegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for obstructie plegen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
incurrir en obstrucción obstructie plegen

Related Translations for obstructie plegen