Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. richels:
  2. richel:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for richels from Dutch to Spanish

richels:

richels [de ~] noun, plural

  1. de richels (randen; kanten)
    el bordes; el marcos

Translation Matrix for richels:

NounRelated TranslationsOther Translations
bordes kanten; randen; richels kanten; kantjes; marges; velgen; zomen
marcos kanten; randen; richels velgen

Related Words for "richels":


richel:

richel [de ~] noun

  1. de richel (rand)
    el reborde; el saliente

Translation Matrix for richel:

NounRelated TranslationsOther Translations
reborde rand; richel keer; kentering; manchet; manchetknoop; ombuiging; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omslag; rand; zoom
saliente rand; richel aftekenen; uitsteeksel
ModifierRelated TranslationsOther Translations
saliente aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; substantieel; treffend

Related Words for "richel":


Wiktionary Translations for richel:


Cross Translation:
FromToVia
richel reborde; pestaña; patín flange — rib or rim for strengthening