Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. snerpend:
  2. snerpen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for snerpend from Dutch to Spanish

snerpend:

snerpend adj

  1. snerpend (schel; scherp; schril; hoog; hard)

Translation Matrix for snerpend:

NounRelated TranslationsOther Translations
fuerte citadel; deurslot; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot; sterke kant; sterke zijde
ModifierRelated TranslationsOther Translations
agudo hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend acuut; adrem; behendig; beklemmend; bekwaam; bijdehand; bitter teleurgesteld; clever; doordringend; felle; gevat; handig; indringend; intelligent; intens; intensief; kien; knellend; kundig; met een scherp oog; nauwlettend; nijpend; pienter; puntig; raak; schel klinkend; scherp; scherp gepunt; scherpklinkend; scherpzinnig; schrander; slim; smartelijk; snedig; snugger; spits; uitgekookt; uitgeslapen; vaardig; verbitterd; vlijmend; vlijmscherp
fuerte hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend bitter teleurgesteld; blijvend; breed; dapper; degelijke; doordringend; duurzaam; duurzame; felle; ferm; fiks; flink; fors; fysiek sterk; grimmig; hard; hardop; heldhaftig; heroïsch; indringend; intens; intensief; keihard; kloek; krachtig; luid; massief; met een krachtige uitwerking; met hoge snelheid; moedig; moreel sterk; onderdrukt; onverschrokken; opgekropt; pittig; potig; robuust; schel klinkend; scherp; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; stout; stoutmoedig; straf; struis; uit de kluiten gewassen; verbeten; verbitterd; verkropt; zwaar; zwaargebouwd
penetrante hard; hoog; schel; scherp; schril; snerpend beklemmend; bijtende; doordringend; indringend; indringende; indringerig; knellend; nijpend; op afgebeten toon; penetrant; schel klinkend; scherp; schril; smartelijk; snijdend; stekend; vlijmend; vlijmscherp

Wiktionary Translations for snerpend:


Cross Translation:
FromToVia
snerpend afilado; agudo; acerbo; acre acerbe — Qui est d’un goût âpre, se dit d’un vin acide, dur et âpre
snerpend agrio aigre — Qui a une saveur acide et amère provoquant un sentiment désagréable.
snerpend agudo; afilado aigu — Qui a un aspect pointu, tranchant, voire déchirer.
snerpend afilado coupant — Qui couper.
snerpend afilado; agudo; acerbo; acre; sutil; chistoso; ocurrente; ingenioso; fino findélié, menu, mince ou étroit.
snerpend incisivo incisif — Qui couper ou qui est propre à couper.
snerpend agudo; acerbo; acre mordant — didact|fr Qui mordre.
snerpend afilado; agudo perçant — Qui percer, qui pénétrer.
snerpend picante piquant — Qui piquer.
snerpend afilado; agudo; puntiagudo pointu — Qui se termine en pointe
snerpend afilado; agudo pénétrant — Qui pénétrer.
snerpend afilado; agudo saillant — Qui avancer, qui sortir en dehors.
snerpend vivo vif — Qui est en vie.
snerpend acre; agrio; amargo âcre — Qui a quelque chose de piquant et d’irritant.
snerpend áspero âpre — Qui, par sa rudesse ou son âcreté, produit une sensation désagréable aux organes du toucher, de l’ouïe ou du goût.

snerpen:

snerpen verb (snerp, snerpt, snerpte, snerpten, gesnerpt)

  1. snerpen
    morder

Conjugations for snerpen:

o.t.t.
  1. snerp
  2. snerpt
  3. snerpt
  4. snerpen
  5. snerpen
  6. snerpen
o.v.t.
  1. snerpte
  2. snerpte
  3. snerpte
  4. snerpten
  5. snerpten
  6. snerpten
v.t.t.
  1. heb gesnerpt
  2. hebt gesnerpt
  3. heeft gesnerpt
  4. hebben gesnerpt
  5. hebben gesnerpt
  6. hebben gesnerpt
v.v.t.
  1. had gesnerpt
  2. had gesnerpt
  3. had gesnerpt
  4. hadden gesnerpt
  5. hadden gesnerpt
  6. hadden gesnerpt
o.t.t.t.
  1. zal snerpen
  2. zult snerpen
  3. zal snerpen
  4. zullen snerpen
  5. zullen snerpen
  6. zullen snerpen
o.v.t.t.
  1. zou snerpen
  2. zou snerpen
  3. zou snerpen
  4. zouden snerpen
  5. zouden snerpen
  6. zouden snerpen
en verder
  1. ben gesnerpt
  2. bent gesnerpt
  3. is gesnerpt
  4. zijn gesnerpt
  5. zijn gesnerpt
  6. zijn gesnerpt
diversen
  1. snerp!
  2. snerpt!
  3. gesnerpt
  4. snerpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for snerpen:

NounRelated TranslationsOther Translations
morder aanbijten; bijten; happen in; toehappen
VerbRelated TranslationsOther Translations
morder snerpen eroderen; inetsen; knagen; knauwen; wegvreten

Wiktionary Translations for snerpen:


Cross Translation:
FromToVia
snerpen podar; cincelar; labrar; cortar; cortar al ras taillercouper, retrancher d’une matière, en ôter avec le marteau, le ciseau, ou tout autre instrument, ce qu’il y a de superflu, pour lui donner une certaine forme, pour la rendre propre à tel ou tel usage.
snerpen cortar trancher — Traductions à trier suivant le sens