Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. vertrouweling:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vertrouweling from Dutch to Spanish

vertrouweling:

vertrouweling [de ~ (m)] noun

  1. de vertrouweling (boezemvriendin; hartsvriendin; getrouwe)

Translation Matrix for vertrouweling:

NounRelated TranslationsOther Translations
amiga íntima boezemvriendin; getrouwe; hartsvriendin; vertrouweling
amigo del alma boezemvriendin; getrouwe; hartsvriendin; vertrouweling
amigo del corazón boezemvriendin; getrouwe; hartsvriendin; vertrouweling boezemvriend; hartsvriend
amigo íntimo boezemvriendin; getrouwe; hartsvriendin; vertrouweling boezemvriend; hartsvriend

Related Words for "vertrouweling":

  • vertrouwelingen

Wiktionary Translations for vertrouweling:


Cross Translation:
FromToVia
vertrouweling confidente confidant — a person in whom one can confide or share one's secrets: a friend