Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. vrijlopen:
  2. vrijloop:


Dutch

Detailed Translations for vrijlopen from Dutch to French

vrijlopen:

vrijlopen verb

  1. vrijlopen (leeglopen)
    flâner; fainéanter; être libre
    • flâner verb (flâne, flânes, flânons, flânez, )
    • fainéanter verb (fainéante, fainéantes, fainéantons, fainéantez, )

Translation Matrix for vrijlopen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
fainéanter leeglopen; vrijlopen dralen; drentelen; lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen; talmen; teuten; treuzelen
flâner leeglopen; vrijlopen banjeren; drentelen; flaneren; lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen; rondlopen; rondlummelen; rondslenteren; rondwandelen; sjokken; slenteren; verdwaald zijn; voortsukkelen
être libre leeglopen; vrijlopen openstaan

Related Words for "vrijlopen":


vrijloop:

vrijloop [de ~ (m)] noun

  1. de vrijloop
    le point mort

Translation Matrix for vrijloop:

NounRelated TranslationsOther Translations
point mort vrijloop dood punt; vrijwiel

Related Words for "vrijloop":