Summary


Dutch

Detailed Synonyms for dompelen in in Dutch

dompelen in:

dompelen in verb

  1. dompelen in
    onderdompelen; indompelen; dompelen in
    • onderdompelen verb (dompel onder, dompelt onder, dompelde onder, dompelden onder, ondergedompeld)
    • indompelen verb (dompel in, dompelt in, dompelde in, dompelden in, ingedompeld)

indompelen:

indompelen verb (dompel in, dompelt in, dompelde in, dompelden in, ingedompeld)

  1. indompelen
    onderdompelen; indompelen; dompelen in
    • onderdompelen verb (dompel onder, dompelt onder, dompelde onder, dompelden onder, ondergedompeld)
    • indompelen verb (dompel in, dompelt in, dompelde in, dompelden in, ingedompeld)

Conjugations for indompelen:

o.t.t.
  1. dompel in
  2. dompelt in
  3. dompelt in
  4. dompelen in
  5. dompelen in
  6. dompelen in
o.v.t.
  1. dompelde in
  2. dompelde in
  3. dompelde in
  4. dompelden in
  5. dompelden in
  6. dompelden in
v.t.t.
  1. heb ingedompeld
  2. hebt ingedompeld
  3. heeft ingedompeld
  4. hebben ingedompeld
  5. hebben ingedompeld
  6. hebben ingedompeld
v.v.t.
  1. had ingedompeld
  2. had ingedompeld
  3. had ingedompeld
  4. hadden ingedompeld
  5. hadden ingedompeld
  6. hadden ingedompeld
o.t.t.t.
  1. zal indompelen
  2. zult indompelen
  3. zal indompelen
  4. zullen indompelen
  5. zullen indompelen
  6. zullen indompelen
o.v.t.t.
  1. zou indompelen
  2. zou indompelen
  3. zou indompelen
  4. zouden indompelen
  5. zouden indompelen
  6. zouden indompelen
en verder
  1. ben ingedompeld
  2. bent ingedompeld
  3. is ingedompeld
  4. zijn ingedompeld
  5. zijn ingedompeld
  6. zijn ingedompeld
diversen
  1. dompel in!
  2. dompelt in!
  3. ingedompeld
  4. indompelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

indompelen [znw.] noun

  1. indompelen
    indopen; indompelen

Related Synonyms for dompelen in