Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. erbij zijn:


Dutch

Detailed Synonyms for erbij zijn in Dutch

erbij zijn:

erbij zijn verb (ben erbij, bent erbij, is erbij, was erbij, waren erbij, erbij geweest)

  1. erbij zijn
    erbij zijn; tegenwoordig zijn

Conjugations for erbij zijn:

o.t.t.
  1. ben erbij
  2. bent erbij
  3. is erbij
  4. zijn erbij
  5. zijn erbij
  6. zijn erbij
o.v.t.
  1. was erbij
  2. was erbij
  3. was erbij
  4. waren erbij
  5. waren erbij
  6. waren erbij
v.t.t.
  1. ben erbij geweest
  2. bent erbij geweest
  3. is erbij geweest
  4. zijn erbij geweest
  5. zijn erbij geweest
  6. zijn erbij geweest
v.v.t.
  1. was erbij geweest
  2. was erbij geweest
  3. was erbij geweest
  4. waren erbij geweest
  5. waren erbij geweest
  6. waren erbij geweest
o.t.t.t.
  1. zal erbij zijn
  2. zult erbij zijn
  3. zal erbij zijn
  4. zullen erbij zijn
  5. zullen erbij zijn
  6. zullen erbij zijn
o.v.t.t.
  1. zou erbij zijn
  2. zou erbij zijn
  3. zou erbij zijn
  4. zouden erbij zijn
  5. zouden erbij zijn
  6. zouden erbij zijn
diversen
  1. ben erbij!
  2. bent erbij!
  3. erbij geweest
  4. erbij zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for erbij zijn