Dutch
Detailed Synonyms for letten op in Dutch
letten op:
-
letten op
Conjugations for letten op:
o.t.t.
- let op
- let op
- let op
- letten op
- letten op
- letten op
o.v.t.
- lette op
- lette op
- lette op
- letten op
- letten op
- letten op
v.t.t.
- heb opgelet
- hebt opgelet
- heeft opgelet
- hebben opgelet
- hebben opgelet
- hebben opgelet
v.v.t.
- had opgelet
- had opgelet
- had opgelet
- hadden opgelet
- hadden opgelet
- hadden opgelet
o.t.t.t.
- zal letten op
- zult letten op
- zal letten op
- zullen letten op
- zullen letten op
- zullen letten op
o.v.t.t.
- zou letten op
- zou letten op
- zou letten op
- zouden letten op
- zouden letten op
- zouden letten op
diversen
- let op!
- let op!
- opgelet
- oplettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
letten op form of opletten:
-
opletten
-
opletten
-
opletten
-
opletten
in het oog houden; in de gaten houden; toezien; opletten-
in het oog houden verb (houd in het oog, houdt in het oog, hield in het oog, hielden in het oog, in het oog gehouden)
-
in de gaten houden verb (houd in de gaten, houdt in de gaten, hield in de gaten, hielden in de gaten, in de gaten gehouden)
-
-
opletten
-
opletten
-
opletten
– je aandacht erbij houden 1
Conjugations for opletten:
o.t.t.
- let op
- let op
- let op
- letten op
- letten op
- letten op
o.v.t.
- lette op
- lette op
- lette op
- letten op
- letten op
- letten op
v.t.t.
- heb opgelet
- hebt opgelet
- heeft opgelet
- hebben opgelet
- hebben opgelet
- hebben opgelet
v.v.t.
- had opgelet
- had opgelet
- had opgelet
- hadden opgelet
- hadden opgelet
- hadden opgelet
o.t.t.t.
- zal opletten
- zult opletten
- zal opletten
- zullen opletten
- zullen opletten
- zullen opletten
o.v.t.t.
- zou opletten
- zou opletten
- zou opletten
- zouden opletten
- zouden opletten
- zouden opletten
diversen
- let op!
- let op!
- opgelet
- oplettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze