Home ->Dictionaries ->Dutch/Dutch ->Translate nethouden

Synonyms for nethouden in Dutch

Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. nethouden:

Dutch

Detailed Synonyms for nethouden in Dutch

nethouden:

nethouden verb (houd net, houdt net, hield net, hielden net, netgehouden)

  1. nethouden
    schoonhouden; nethouden; knaphouden
    • schoonhouden verb (houd schoon, houdt schoon, hield schoon, hielden schoon, schoongehouden)
    • nethouden verb (houd net, houdt net, hield net, hielden net, netgehouden)
    • knaphouden verb (houd knap, houdt knap, hield knap, hielden knap, knap gehouden)

Conjugations for nethouden:

o.t.t.
  1. houd net
  2. houdt net
  3. houdt net
  4. houden net
  5. houden net
  6. houden net
o.v.t.
  1. hield net
  2. hield net
  3. hield net
  4. hielden net
  5. hielden net
  6. hielden net
v.t.t.
  1. heb netgehouden
  2. hebt netgehouden
  3. heeft netgehouden
  4. hebben netgehouden
  5. hebben netgehouden
  6. hebben netgehouden
v.v.t.
  1. had netgehouden
  2. had netgehouden
  3. had netgehouden
  4. hadden netgehouden
  5. hadden netgehouden
  6. hadden netgehouden
o.t.t.t.
  1. zal nethouden
  2. zult nethouden
  3. zal nethouden
  4. zullen nethouden
  5. zullen nethouden
  6. zullen nethouden
o.v.t.t.
  1. zou nethouden
  2. zou nethouden
  3. zou nethouden
  4. zouden nethouden
  5. zouden nethouden
  6. zouden nethouden
en verder
  3. is netgehouden
  6. zijn netgehouden
diversen
  1. houd net!
  2. houdt net!
  5. netgehouden
  6. nethoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0149 seconds
Page rendered in 1.0 seconds