Home ->Dictionaries ->Dutch/Dutch ->Translate rokeren

Synonyms for rokeren in Dutch

Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. rokeren:
  2. roker:

Dutch

Detailed Synonyms for rokeren in Dutch

rokeren:

rokeren verb (rokeer, rokeert, rokeerde, rokeerden, gerokeerd)

  1. rokeren
    rokeren
    • rokeren verb (rokeer, rokeert, rokeerde, rokeerden, gerokeerd)

Conjugations for rokeren:

o.t.t.
  1. rokeer
  2. rokeert
  3. rokeert
  4. rokeren
  5. rokeren
  6. rokeren
o.v.t.
  1. rokeerde
  2. rokeerde
  3. rokeerde
  4. rokeerden
  5. rokeerden
  6. rokeerden
v.t.t.
  1. heb gerokeerd
  2. hebt gerokeerd
  3. heeft gerokeerd
  4. hebben gerokeerd
  5. hebben gerokeerd
  6. hebben gerokeerd
v.v.t.
  1. had gerokeerd
  2. had gerokeerd
  3. had gerokeerd
  4. hadden gerokeerd
  5. hadden gerokeerd
  6. hadden gerokeerd
o.t.t.t.
  1. zal rokeren
  2. zult rokeren
  3. zal rokeren
  4. zullen rokeren
  5. zullen rokeren
  6. zullen rokeren
o.v.t.t.
  1. zou rokeren
  2. zou rokeren
  3. zou rokeren
  4. zouden rokeren
  5. zouden rokeren
  6. zouden rokeren
diversen
  1. rokeer!
  2. rokeert!
  5. gerokeerd
  6. rokerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Words for "rokeren":


rokeren form of roker:

roker [de ~ (m)] noun

  1. de roker
    de roker

Related Words for "roker":








Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0171 seconds
Page rendered in 1.0 seconds