Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. stabiel maken:


Dutch

Detailed Synonyms for stabiel maken in Dutch

stabiel maken:

stabiel maken verb (maak stabiel, maakt stabiel, maakte stabiel, maakten stabiel, stabiel gemaakt)

  1. stabiel maken
    stabiliseren; stabiel maken
    • stabiliseren verb (stabiliseer, stabiliseert, stabiliseerde, stabiliseerden, gestabiliseerd)
    • stabiel maken verb (maak stabiel, maakt stabiel, maakte stabiel, maakten stabiel, stabiel gemaakt)

Conjugations for stabiel maken:

o.t.t.
  1. maak stabiel
  2. maakt stabiel
  3. maakt stabiel
  4. maken stabiel
  5. maken stabiel
  6. maken stabiel
o.v.t.
  1. maakte stabiel
  2. maakte stabiel
  3. maakte stabiel
  4. maakten stabiel
  5. maakten stabiel
  6. maakten stabiel
v.t.t.
  1. heb stabiel gemaakt
  2. hebt stabiel gemaakt
  3. heeft stabiel gemaakt
  4. hebben stabiel gemaakt
  5. hebben stabiel gemaakt
  6. hebben stabiel gemaakt
v.v.t.
  1. had stabiel gemaakt
  2. had stabiel gemaakt
  3. had stabiel gemaakt
  4. hadden stabiel gemaakt
  5. hadden stabiel gemaakt
  6. hadden stabiel gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal stabiel maken
  2. zult stabiel maken
  3. zal stabiel maken
  4. zullen stabiel maken
  5. zullen stabiel maken
  6. zullen stabiel maken
o.v.t.t.
  1. zou stabiel maken
  2. zou stabiel maken
  3. zou stabiel maken
  4. zouden stabiel maken
  5. zouden stabiel maken
  6. zouden stabiel maken
en verder
  1. ben stabiel gemaakt
  2. bent stabiel gemaakt
  3. is stabiel gemaakt
  4. zijn stabiel gemaakt
  5. zijn stabiel gemaakt
  6. zijn stabiel gemaakt
diversen
  1. maak stabiel!
  2. maakt stabiel!
  3. stabiel gemaakt
  4. stabiel makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for stabiel maken