Dutch

Detailed Synonyms for uitspatting in Dutch

uitspatting:

uitspatting [de ~ (v)] noun

  1. de uitspatting
    de buitensporigheid; de losbandigheid; de zedeloosheid; de uitspatting; de bandeloosheid
  2. de uitspatting
    het exces; de buitensporigheid; de uitspatting; de uitwas; de buitenissigheid
  3. de uitspatting
    de uitspatting; de woede-uitbarsting

Related Words for "uitspatting":

  • uitspattingen