Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. wanhopen:
  2. wanhoop:


Dutch

Detailed Synonyms for wanhopen in Dutch

wanhopen:

wanhopen verb (wanhoop, wanhoopt, wanhoopte, wanhoopten, gewanhoopt)

  1. wanhopen
    wanhopen
    • wanhopen verb (wanhoop, wanhoopt, wanhoopte, wanhoopten, gewanhoopt)

Conjugations for wanhopen:

o.t.t.
  1. wanhoop
  2. wanhoopt
  3. wanhoopt
  4. wanhopen
  5. wanhopen
  6. wanhopen
o.v.t.
  1. wanhoopte
  2. wanhoopte
  3. wanhoopte
  4. wanhoopten
  5. wanhoopten
  6. wanhoopten
v.t.t.
  1. heb gewanhoopt
  2. hebt gewanhoopt
  3. heeft gewanhoopt
  4. hebben gewanhoopt
  5. hebben gewanhoopt
  6. hebben gewanhoopt
v.v.t.
  1. had gewanhoopt
  2. had gewanhoopt
  3. had gewanhoopt
  4. hadden gewanhoopt
  5. hadden gewanhoopt
  6. hadden gewanhoopt
o.t.t.t.
  1. zal wanhopen
  2. zult wanhopen
  3. zal wanhopen
  4. zullen wanhopen
  5. zullen wanhopen
  6. zullen wanhopen
o.v.t.t.
  1. zou wanhopen
  2. zou wanhopen
  3. zou wanhopen
  4. zouden wanhopen
  5. zouden wanhopen
  6. zouden wanhopen
diversen
  1. wanhoop!
  2. wanhoopt!
  3. gewanhoopt
  4. wanhopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Words for "wanhopen":


wanhopen form of wanhoop:

wanhoop [de ~] noun

  1. de wanhoop
    de wanhoop; de radeloosheid; de vertwijfeling
  2. de wanhoop
    – gevoel dat er niets goeds meer kan gebeuren 1
    de wanhoop
    – gevoel dat er niets goeds meer kan gebeuren 1
    • wanhoop [de ~] noun
      • hij voelt alleen maar wanhoop als hij aan de toekomst denkt1

Related Words for "wanhoop":


Related Definitions for "wanhoop":

  1. gevoel dat er niets goeds meer kan gebeuren1
    • hij voelt alleen maar wanhoop als hij aan de toekomst denkt1