Dutch

Detailed Translations for goddeloosheid from Dutch to Spanish

goddeloosheid:

goddeloosheid [de ~ (v)] noun

  1. de goddeloosheid (atheïsme)
    la impiedad; el ateísmo; la falta de fe

Translation Matrix for goddeloosheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
ateísmo atheïsme; goddeloosheid atheïsme
falta de fe atheïsme; goddeloosheid kleingelovigheid
impiedad atheïsme; goddeloosheid

Related Words for "goddeloosheid":


goddeloosheid form of goddeloos:


Translation Matrix for goddeloos:

NounRelated TranslationsOther Translations
laico leek; oningewijde
profano leek; oningewijde
vicioso lelijkerd
ModifierRelated TranslationsOther Translations
abominable atheïstisch; goddeloos; godloos afgrijselijk; afschuwelijk; akelig; armzalig; bar; bedonderd; belazerd; beroerd; deerniswekkend; deplorabel; diep ongelukkig; ellendig; ellendige; erbarmelijk; erg; gruwelijk; karig; lamlendig; mager; meelijwekkend; miserabel; naar; ontzettend; pover; rampzalig; schamel; schandalig; schandelijk; schraal; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verfoeilijk; verschrikkelijk; vreselijk
corrompido goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven bedorven; liederlijk; onzedelijk; rot; rottig; slecht; verdorven; vergaan; verregaand zedenloos; verrot
dañino goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven schadend; verpestend
depravado goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven amoreel; immoreel; liederlijk; onzedelijk; onzedig; verdorven; verregaand zedenloos; zedeloos
descreído atheïstisch; goddeloos; godloos niet religieus; ongelovig; ongodsdienstig; onkerkelijk
laico goddeloos; ongoddelijk; ongodsdienstig aards; niet religieus; ongelovig; ongodsdienstig; onkerkelijk; profaan; seculair; wereldlijk; werelds
no divino goddeloos; ongoddelijk; ongodsdienstig
nocivo goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven duperend; nadelig; ongunstig; onvoordelig; schade berokkenend; schadelijk
pernicioso goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven verpestend
perverso goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven bedorven; liederlijk; onzedelijk; pervers; rot; rottig; slecht; verdorven; vergaan; verregaand zedenloos; verrot
profano goddeloos; ongoddelijk; ongodsdienstig blasfemisch; godslasterend; godslasterlijk; ondeskundig; ongewijd; onheilig; ontheiligend; profaan; wereldlijk
ruinoso goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven bouwvallig; breekbaar; broos; fragiel; gammel; krakkemikkig; krakkemikkige; kwetsbaar; ruïneus; teer; verpestend; wankel; wrak; zwak
viciado goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven muf; onfris
vicioso goddeloos; heilloos; verderfelijk; verdorven bedorven; liederlijk; onzedelijk; rot; rottig; slecht; verdorven; vergaan; verregaand zedenloos; verrot; vicieus

Related Words for "goddeloos":