Dutch
Detailed Synonyms for gebruik van in Dutch
gebruik van: (*Using Word and Sentence Splitter)
- gebruik: toepassing; gebruik; inzet; aanwending; gewoonte; aanwenden; traditie; usance; behandeling; hantering
- gebruiken: gebruiken; toepassen; benutten; aanwenden; aangrijpen; utiliseren; hanteren; gebruik maken van; bezigen; eten; nuttigen; opeten; verorberen; tot zich nemen; oppeuzelen; verbruiken; consumeren; gewoontes; zeden; tradities; usances; drugs consumeren; drugs gebruiken; drugs spuiten
- VAN: turnkeycommunicatielijn; value-added network; VAN
- van: van; uit; vanuit; vanaf nu; over; vanaf; omtrent; aangaande; inzake