Haantje: Synonyms in Dutch

Summary

Dutch Synonyms: more detail...

haantje:
- macho; haantje; kleine haan; branieschopper; jong mannelijk hoen; vechter; kemphaan; ruziezoeker; ruziemaker; twistzoeker; twiststoker
haan:
- haan; trekker van vuurwapen; mannelijk hoen

Dutch

Detailed Synonyms for haantje in Dutch

het haantje
de macho; het haantje
- macho [de ~ (m)] noun
- haantje [het ~] noun
het haantje
het haantje; kleine haan
- haantje [het ~] noun
- kleine haan [znw.] noun
het haantje
de branieschopper; het haantje
- branieschopper [de ~ (m)] noun
- haantje [het ~] noun
het haantje
jong mannelijk hoen; het haantje
- jong mannelijk hoen [znw.] noun
- haantje [het ~] noun
het haantje
de vechter; het haantje; de kemphaan; de ruziezoeker; de ruziemaker; twistzoeker; twiststoker
- vechter [de ~ (m)] noun
- haantje [het ~] noun
- kemphaan [de ~ (m)] noun
- ruziezoeker [de ~ (m)] noun
- ruziemaker [de ~ (m)] noun
- twistzoeker [znw.] noun
- twiststoker [znw.] noun

de haan
de haan; trekker van vuurwapen
- haan [de ~ (m)] noun
- trekker van vuurwapen [znw.] noun
de haan
de haan; mannelijk hoen
- haan [de ~ (m)] noun
- mannelijk hoen [znw.] noun